Petrus Walterus Storemans wordt op zondag 20 november 1740 te Moergestel gedoopt als zoon van Walterus Nicolaus Storemans en diens eerste vrouw, Maria Catharina van den Broek. Hij is het vierde kind van dit echtpaar. Lambertus Storemans en Joanna Maria van den Broek zijn getuigen bij deze doop. Lambertus Storimans is een oom van de vader van de dopeling en Joanna Maria van den Broek, waarschijnlijk de oma ofwel een tante van de dopeling.

Peter Wouter Storimans gaat op 2 november 1765 te Oisterwijk in ondertrouw met Allegonda Peter Moeskops. Deze Allegonda is de op 25 juni 1747 te Oirschot geboren dochter van Petrus Moeskops en Maria Petrus Smetsers. Twee weken na de ondertrouw, op 16 november 1765, wordt te Oirschot, de woonplaats van Allegonda, attestatie gegeven; dat is een verklaring van geen bezwaar, welke verklaring nodig was omdat Allegonda op dat moment nog maar net 18 jaar oud was. Daags daarop, op 17 november, volgen de van overheidswege erkende bevestiging bij de predikant van de Nederduits-Gereformeerde Gemeente in Oisterwijk en het r.k. kerkelijk huwelijk. Maria Suijs en Theresia Anthonisse zijn de getuigen bij het r.k. huwelijk; dit zijn twee vaste getuigen bij huwelijke in die parochie.
Achter dit huwelijk en het kennelijke voornemen van het bruidspaar om na het huwelijk in Oisterwijk te gaan wonen gaan enkele vragen schuil, die alleen op basis van speculatie beantwoord kunnen worden. Die vragen worden opgeroepen door de gegevens uit de borgbrieven die voorafgaande aan het huwelijk zijn aangevraagd. Er zijn in dit verband drie borgbrieven bekend:

-	een op 1 november1765 te Oirschot door het Corpus (gemeentebestuur) afgegeven borgbrief met bestemming Oisterwijk,
-	een op 7 november 1765 te Moergestel door de Tafel van de H. Geest afgegeven borgbrief met bestemming Oisterwijk en
-	een tweede eveneens op 7 november 1765 te Moergestel afgegeven borgbrief maar nu door het Corpus (gemeentebestuur) met eveneens bestemming Oisterwijk.
Met name de tenaamstellingen van deze borgbrieven zijn verwarrend.
•	De op 1 november 1765 te Oirschot afgegeven borgbrief werd aangevraagd door ALLEGONDA Peters Moescops, waarbij staat aangetekend dat haar partner Peter WILLEM Storimans zou zijn; op die borgbrief staat tevens vermeld dat deze borgbrief op 28 november 1771 door Peter Willem Storimans werd gelicht.
•	De eerste op 7 november 1765 te Moergestel afgegeven borgbrief werd aangevraagd door Peter WOUTER Storiemans, waarbij staat aangetekend dat zijn partner MECHELINA Moescops zou zijn; op deze borgbrief staat tevens vermeld dat deze 28 november 1771 werd gelicht, nu door Peter Storimans, zonder toevoeging van een patroniem.
•	De tweede op 7 november 1765 te Moergestel afgegeven borgbrief werd aangevraagd door Peter WOUTER Storimans waarbij staat aangetekend dat zijn partner ALLEGONDA Peter Moeskox zou zijn.

De vermelding van de naam Peter WILLEM Storimans in de borgbrief van 1 november 1765 uit Oirschot met bestemming Oisterwijk is des te opmerkelijker omdat er in die tijd inderdaad een Peter Willem Storimans in Oisterwijk woonachtig was. Deze Peter Willem Storimans was ongeveer even oud als Peter Wouter Storimans (Peter Willem is 4 jaar ouder) en zij zouden volgens diverse bronnen ook op dezelfde dag, 17 november 1765, in Oisterwijk in het huwelijk zijn getreden. Peter Willem Storimans met Geertrui Lievens en Peter Wouter Storimans met Allegonda Peter Moeskops.
Misschien zijn zij inderdaad op dezelfde dag voor de predikant verschenen, maar het is ook mogelijk dat er van naamsverwarring sprake is geweest; net als bij de borgbrieven. Wellicht heeft men in de veronderstelling verkeerd dat de Peter Storimans, waarvan Allegonda Moeskops bij het aanvragen van de borgbrief met bestemming Oisterwijk zei dat hij haar partner was, de Peter Willem Storimans was die toen al in Oisterwijk woonachtig was.
Het tweede raadsel, namelijk de vermelding van MECHELINA Moescops als partner van de op 7 november 1765 door Peter Wouter Storiemans te Moergestel bij het Corpus aangevraagde borgbrief, is hiermee nog niet opgelost. In stamboomgegevens van de familie Moeskops komt in elk geval geen Mechelina of iemand anders met een daarmee verwante naam voor.
Het verblijf van Peter Wouter Storimans en Allegonda Peter Moeskops in Oisterwijk heeft overigens niet lang geduurd. Hun eerste kind, Maria, wordt er in 1766 gedoopt (zie hieronder), maar vanaf 1768 woont Peter Wouter (samen met zijn echtgenoot) kennelijk weer in Moergestel, want hun beide volgende kinderen worden in Moergestel gedoopt. Misschien is de terugkeer van Peter Wouter Storimans naar zijn geboortedorp Moergestel ook wel de reden geweest waarom de op 1 november 1765 te Oirschot aan Allegonda Peters Moescops afgegeven borgbrief en de op 7 november aan Peter Wouter Storiemans afgegeven borgbrief op 28 november 1771 door Peter (Willem=Wouter) Stoorimans werden gelicht. Het lichten of intrekken van een borgbrief vond plaats als de via die borgbrief verstrekte garantie voor ondersteuning (vanuit de armenkas in het geboortedorp) niet meer nodig was. Het kan ook zijn dat Peter Wouter Storimans en Allegonda Moeskops rond 1771 (bij voorbeeld via een erfenis) bezit hebben verkregen, zodat een onderpand via een borgbrief niet meer nodig was.

Allegonda Moeskops is, onder de naam Aldegondis Storimans, op dinsdag 26 maart 1771 te Moergestel namens Elisabetha van de Pol getuige bij de doop van Joannes van Spaendock, zoon van Wilhelmus van Spaendonck en Maria Anna van de Pol. Het gaat hier waarschijnlijk om buren of goede kennissen die Allegonda hebben gevraagd de beoogde doopgetuige te vervangen, toen deze niet bij de doop aanwezig kon zijn. De dopeling wordt overigens ook onder de naam Johannes van de Pol in het r.k. doopboek van Moergestel ingeschreven. Dat duidt erop dat het om een onecht kind ging.
Peter Wouter Storimans wordt op 24 augustus 1775 te Moergestel begraven. Hij is dan 34 jaar oud. Zijn weduwe, Allegonda, hertrouwt op zondag 10 november 1776 te Moergestel met de uit haar geboorteplaats (Oirschot) afkomstige Adriaen Joseph van de Ven. Voorafgaand aan dit huwelijk vraagt Adriaen Joseph van de Ven op 29 oktober 1776 te Oirschot een borgbrief aan om naar Moergestel te kunnen verstrekken. Uit het huwelijk tussen Adriaan van de Ven en Allegonda Moeskops zijn vier kinderen bekend. Dat zijn:

1.	Joannes van de Ven, gedoopt op dinsdag 28 oktober 1777 te Moergestel; zijn doopgetuige waren: Adrianus van de Ven namens Theodorus van de Ven en Joanna Versteden namens Lucia Moescops;
2.	Lucia van de Ven, gedoopt op donderdag 1 maart 1781 te Moergestel; haar doopgetuige was: Maria van de Ven namens Petronilla Versteede;
3.	Cornelius van de Ven, gedoopt op donderdag 29 april 1784 Moergestel; zijn doopgetuigen was: Joanna van de Staeck namens Maria van de Ven;
4.	Maria van de Ven, gedoopt op zaterdag 18 augustus 1787 te Moergestel; haar doopgetuige was: Joanna van der Staeck namens Petronilla Moescops. Maria van de Ven trouwt op donderdag 27 mei 1819 te Oisterwijk met Waltherus Oerlemans.
Op donderdag 21 december 1786 wordt te Moergestel een kind van Adriaan van de Ven begraven. Dat is waarschijnlijk één van deze vier kinderen geweest, hoewel het uiteraard ook mogelijk is dat er tussen deze kinderen in nog een vijfde kind werd geboren en begraven.

Allegonda Moeskops wordt op zaterdag 23 november 1793 te Moergestel begraven, onder de aantekening dat zij kinderen naliet. Ze is dan 46 jaar oud.
Na het overlijden van Allegonda hertrouwt Adrianus van de Ven op 7 december 1794 te Moergestel met Maria Roestenburg. De getuigen bij dit huwelijk zijn: Adriana Verbeeck en Elisabeth Wagemans. Maria Roestenburg was op haar beurt de weduwe van Walterus Vlemmings met wie zij op 27 april 1777 te Moergestel was getrouwd. En opvallend gegeven bij dit huwelijk tussen Walterus Vlemming en Maria Roestenburg is, dat onder andere Gasparus Moescops daarbij als getuige optrad. Gasparus Moescops was de broer van Allegonda Moescops. Aannemelijk is dus dat Adrianus van de Ven zijn nieuwe echtgenote dus via de familie van zijn eerste vrouw heeft leren kennen.

Het kind van Petrus Storimans en Allegonda Moeskops dat in Oisterwijk wordt gedoopt was Maria Storimans. Haar doop vond plaats op op vrijdag 14 november 1766. Haar oom Nicolaus Storimans (broer van haar vader) en Maria Moeskops (vermoedelijk een tante (zus van haar moeder) waren de peter en meter.
Op maandag 10 september 1792 wordt door een Maria Catharina Storimans te Moergestel bij de H. Geesttafel een borgbrief aanvraagt om naar 's-Hertogenbosch te kunnen vertrekken. Daarbij staat aangetekend dat zij de dochter was van ADRIAAN Storimans en Allegonda Moeskops. De verwarring met Peter Wouter Storimans, de echte vader van Maria (Catharina) Storimans kan zijn ontstaan doordat haar moeder, Allegonda Moeskops, in 1792 al 16 jaar getrouwd was met Adriaan van de Ven. Het is dus goed mogelijk dat Maria (Catharina) Storimans door het leven ging als de dochter van Adriaan. Overigens woonde er in die tijd in Oisterwijk (de geboorteplaats van Maria Storimans) inderdaad een Adriaan Storimans, dat was de broer van Peter Willem Storimans, waarmee bij de door Allegona in 1765 aangevraagde borgbrief ook al verwarring was onstaan (zie hierboven). Die Adriaan Storimans had uit zijn eerste huwelijk met Huberta Maes een dochter die Maria heette en die even oud was, namelijk gedoopt op 23 juli 1766. Die dochter van Adriaan Storimans en Huberta Maes werd op 12 december 1792 in Oisterwijk begraven. Voor alsnog is aangenomen dat het op 21 juni 1791 te Oisterwijk begraven "onecht" en vermoedelijk doodgeboren kind van "Maria Storimans" het kind is geweest van de genoemde dochter van Adriaan Storimans en Huberta Maes, waarmee echter niet is uitgesloten dat dit onechte kind toch een kind geweest kan zijn van Maria (Catharina) Storimans, de dochter van Peter Storimans en Allegonda Moeskops.
Afgegezien van deze mogelijkheid bestaat het vermoeden dat Maria Catharina Storimans in 1792 naar Den Bosch verhuisde om daar een betrekking als dienstmeisje te aanvaarden. Natuurlijk zou het ook om een huwelijk gegaan kunnen zijn, maar daarvan in in Den Bosch verder niet teruggevonden.
Op 21 juli 1817 wordt te ‘s-Hertogenbosch een overlijdensakte opgesteld met betrekking tot Catharina Storimans. Aangenomen is dat het hier om Maria Catharina Storimans gaat, die 1792 van Moergestel naar Den Bosch verhuisde.
Gelet op dit alles is het weinig plausibel dat de vermelding op 21 maart 1778 in het begraafboek van de Nederduits-Gereformeerde Gemeente van Oisterwijk van de begrafenis van "een kind van Peter Storimans" betrekking heeft op deze weliswaar in Oisterwijk geboren, maar in 1778 in Moergesteld wonende, dan 12 jarige Maria Storimans. Die vermelding heeft naar alle waarschijnlijkheid betrekking op een doodgeboren kind van een andere Peter Storimans, namelijk de in Oisterwijk woonachtige Peter Storimans die getrouwd was met Geertrui Lievens

Op vrijdag 12 juni 1772 wordt te Moergestel Joannes Storimans gedoopt als zoon van Petrus Storimans en Aldegondis Petrusdr Moescops. Gasparis Moeskops en Elisabetha Storimans zijn zijn peter en meter. Omdat beiden niet bij de doop aanwezig konden zijn worden zij vervangen door Petrus Storimans en Margarita van Akeren. De hiergenoemde Gasparis Moeskops is een oom van de dopeling, namelijk de broer van Allegonda Moeskops. Elisabetha Storimans is hoogst waarschijnlijk Maria Elisabeth, een nichtje van Peter Wouter Storimans, namelijk een dochter van zijn oom Joannes Nicolaus Storemans. De Petrus Storimans die als vervanger van Gasparis Moeskops optreedt is waarschijnlijk de vader van de dopeling. Wie Margarita van Akeren was is niet bekend.
Van Joannes, zoon van Peter Wouter Storimans, is verder slechts bekend dat hij op 3 april 1823 te Rotterdam kwam te overlijden met vermelding 'Jan Storimans, geboren te Moergestel, oud 50 jaar'. Het kan zijn dat deze Jan Storimans - die waarschijnlijk ongehuwd is gebleven - samen met of in navolging van zijn jongere neef Nicolaas Storimans en diens vrouw Adriana Colijns naar Rotterdam is vertrokken. In ieder geval is het zo dat ook de genoemde Nicolaas Storimans in diezelfde tijd in Rotterdam vertoeft en daar kinderen krijgt.

Cornelius Storemans is, voor zover bekend, het eerste kind uit het huwelijk van Walterus Storemans en diens tweede vrouw, Catharina de Wit. De datum van dit tweede huwelijk is onbekend, maar tussen het overlijden van zijn eerste vrouw, Maria Catharina van den Broek, op 30 januari 1748 te Moergestel en de doop van Cornelius, op donderdag 19 februari 1750 te Moergestel ligt maar twee jaar. Henricus van den Broek en Maria de Wit worden de peetouders van Cornelius. Henricus van den Broek is een broer van de eerste vrouw van Walterus Storemans (dus zijn voormalige zwager) en Maria de Wit is waarschijnlijk de moeder of de zus van Catharina de Wit. Bij de inschrijving van Cornelius Storemans in het doopregister van Moergestel staat de aantekening 'onder voorwaarden'. Dat duidt er waarschijnlijk op dat Walterus Storemans en Catharina de Wit bij de geboorte van Cornelius nog niet met elkaar gehuwd waren en dat als voorwaarde bij de doop is gesteld dat het kind via een huwelijk als wettig moest worden aangenomen.
Cornelis Storimans gaat op 22 maart 1777 bij de predikant van de Nederduits-Gereformeerde gemeente te Tilburg in ondertrouw met Geertruij Cornelis Maas; op 6 april 1777 volgt aldaar het huwelijk. Cornelis Maas, de vader van de bruid, is getuige bij dit huwelijk. Opvallend is dat bij de andere getuige, Willem Meijers, uitdrukkelijk wordt vermeld dat deze als getuige optreedt voor de bruidegom. Deze Willem Meijers trouwde op 20 april 1772 te Tilburg met Elisabeth Cornelis Maes, een zus van Geertuij Cornelis Maas; hij was daarmee dus een aangetrouwde zwager van de bruidegom en geen direct familielid van Cornelis Storimans. Verondersteld moet worden dat de toen nog enige in leven zijnde naaste verwant van Cornelis, namelijk zijn (half)broer Nicolaus Storimans, op dat moment in Zevenbergen woonachtg was en dat was in die tijd niet naast de deur.
Geertruij Cornelis Maas werd op zaterdag 29 maart 1755 te Hilvarenbeek rk gedoopt als dochter van Cornelius Joannes Maes en Maria Joannes Cauwenbergh. Haar doopgetuigen waren: Adrianus Maas en Gerardus Francken.
Blijkens een op donderdag 27 maart 1777 bij de H Geesttafel te Moergestel aangevraagde borgbrief verhuisde Cornelis Wouter Storimans rond dat tijdstip - dus vlak vóór zijn huwelijk – van Moergestel naar Goirle. Enigszins verwonderlijk is dat Geertruij Cornelis Maas twee dagen later, op zaterdag 29 maart 1777, te Hilvarenbeek bij het Corpus aldaar een borgbrief aanvraagt met bestemming Tilburg. Uit het genoemde trouwregister kan evenwel worden opgemaakt dat zij op 22 maart allebei in Goirle wonen. Uit de diverse doop- en overlijdensinschrijvingen en een borgbrief met betrekking tot hun kinderen, alsmede een hieronder nog te noemen verkoopakte, kan worden afgeleid dat het echtpaar niet lang na hun huwelijk te Goirle naar Tilburg (Oost-Heikant) moet zijn verhuisd; vandaar gaan ze, ergens in de periode tussen 1782 en1784, naar Diessen. In Diessen kunnen ze niet lang hebben gewoond, want in juni 1784 wonen ze kennelijk in Hilvarenbeek. Rond 1793 gaan ze van Hilvarenbeek weer terug naar Tilburg (Veldhoven).
Cornelis Storimans wordt op zaterdag 3 december 1768 te Moergestel de peetoom van Petrus Storimans, zoon van zijn (half)broer, Petrus Storimans, en Aldegondis Petrusdr Moescops.
Tien jaar later, op vrijdag 12 juni 1778, treedt Cornelius Storemans als getuige op bij de doop te Zevenbergen van Wolterus Storemans, zoon van zijn (half)broer, Nicolaus Storemans, en Maria Beekers.
Op 6 april 1784 koopt Cornelis Storimans, als man van Geertruij Cornelis Maas, samen met zijn zwager, Henricus Cornelis Maas, het huis te Esbeek "met schop (= schuur) en percelen zaai en weiland", dat had toebehoord aan de hierboven reeds genoemde, Willem Meijers, die op donderdag 29 augustus 1782 te Tilburg werd begraven, terwijl hij toen al, als de weduwnaar van de op 5 januari 1781 te Tilburg begraven Elisabeth Cornelis Maas, op 7 mei 1781 te Tilburg hertrouwd was met Johanna Jacobus van Gerwen. De bezittingen te Esbeek vormden het derde part in de onverdeelde boedel van Willem Meijers uit zijn eerste huwelijk met Elisabeth Cornelis Maas en zij moesten op last van de armenmeesters van de armenkas van Tilburg worden verkocht omdat de kinderen van Willem Meijers en Elisabeth Cornelis Maas (dat waren in ieder geval: Joannes Meijers, gedoopt op dinsdag 25 januari 1774 Tilburg en Johanna Meijers, geboren rond 1779 te Tilburg) vanuit de armenkas werden onderhouden, maar daarvoor moest eerst hun wettelijk erfdeel te gelden worden gemaakt. Blijkens de akte waarin dit staat vermeld waren Cornelis Storimans en Geertruij Cornelis Maas op dat moment inwoners van Diessen.
Op 26 juli 1785 vindt er een definitieve erfdelingdeling plaats. Bij die gelegenheid koopt Cornelis Storimans als man van Geertruij Cornelis Maas, van zijn zwager, Henricus Cornelis Maas, het eerder door deze Henricus Cornelis Maas uit de erfenis gekochte huis, stal, schuur en percelen zaai en weiland te Esbeek. Aansluitend verkoopt Cornelis Storimans op 31 december 1785, als man van Geertruij Cornelis Maas, percelen zaailand en groes te Esbeek aan Jan Tielemans, dat was de tweede echtgenoot van de tante van Geertruij Cornelis Maas. Bij deze koop en verkoop waren Cornelis Storimans en Geertruij Cornelis Maas inwoners van Hilvarenbeek.
Onder de naam Cornelius Storijmans wordt hij op vrijdag 21 augustus 1789 te Hilvarenbeek, samen met Maria Joannes Maas, ingeschreven als getuige bij de doop van Laurentius van Gestel, zoon van Adrianus Joannes Baptista van Gestel en Joanna van Boxtel. Deze Joanna van Boxtel, de moeder van deze dopeling, was een nichtje van Geertruij Cornelis Maas, namelijk de dochter van Geertrui d'r tante, Maria Johannes Maas die getrouwd was met Laurentius van Boxtel (sr.). Omdat de dopeling tegelijkertijd ook onder de naam Laurentius van Boxtel wordt ingeschreven, moet worden aangenomen dat zijn ouders bij zijn geboorte nog niet getrouwd waren. In zo'n situatie was het gebruikelijk het kind onder zowel de naam van de vader als onder de naam van de moeder in het doopregister in te schrijven, terwijl dan als regel de grootouders van moederskant doopgetuigen werden. Ten tijde van de doop van Laurentius van Gestel/van Boxtel was de vader van Joanna van Boxtel al overleden (begraven op dinsdag 31 oktober 1769 te Hilvarenbeek). Haar moeder, Maria Joannes Maas (nu Jenne Mie Maas genoemd), was inmiddels (op 3 februari 1771 te Hilvarenbeek) al wel weer hertrouwd met Jan Tielemans (weduwnaar van Cornelia Jan van Boxtel), maar desondanks heeft men er kennelijk de voorkeur aan gegeven om als tweede doopgetuige niet deze Jan Tielemans aan te wijzen, maar de echtgenoot van dichtsbijzijnde naaste verwant van Maria Joanna Maas en dat was Cornelis Storimans, de man van Geertruij Cornelis Maas.
Op 31 jul 1797 is Cornelis Storimans te Tilburg getuige bij het huwelijk van zijn dochter, Catharina Storimans, met Gerard Jan van Berkel.
Gertrudis Maes is op vrijdag 12 juli 1799 te Tilburg getuige bij de doop van haar kleinzoon, Cornelius van Berkel, dat was een kind van Gerardus van Berkel en, Gertrudis' dochter, Maria Catharina Storimans.

Cornelis Storimans wordt op dinsdag 3 december 1805 te Tilburg begraven. In het betrokken register van de Nederduits-Gereformeerde gemeente staat daarbij aangetekend dat hij toen te Tilburg (Veldhoven) woonachtig was en kinderen naliet. De hierbedoelde kinderen zullen Laurentius Storimans en Nicolaas Storimans zijn geweest; die waren althans in 1805 nog in leven en minderjarig. De datum van het overlijden of de begrafenis van Geertruida Maas is niet bekend. Uit de huwelijksakte van hun zoon, Nicolaas, opgemaakt op 22 april 1818 te Tilburg, blijkt evenwel dat zij toen, 63 jaar oud, nog in leven was en in Tilburg woonachtig met vermelding als beroep 'spintster'.

Het (vermoedelijk) eerste kind uit het huwelijk tussen Cornelius Storimans en Gertrudis Maas is Maria Catharina Storimans. Zij wordt op woensdag 28 april 1779 te Tilburg gedoopt. De doopakte vermeldt één doopgetuige, namelijk Catharina Storimans, en dat is ongetwijfeld niemand anders dan Catharina Storimans(-de Wit), derhalve de oma van de dopeling, naar wie zij ook werd vernoemd. Deze Maria Catharina Storimans heeft - zoals zo velen in die tijd - een relatief kort leven gehad.
Op 15 juli 1797 – ze is dan zelf net 18 jaar oud – treedt ze te Tilburg in het huwelijk met Gerard Jan van Berkel, die op donderdag 3 december 1761 te Tilburg werd gedoopt als zoon van Joannis Nicolai van Berckel en Antonetta van Laerhooven (doopgetuige: Gerardi Adrianus Schoenmakers). Deze Gerard Jan van Berkel is 18 jaar ouder dan Catharina en bovendien een weduwnaar die bij zijn huwelijk twee kinderen inbrengt: één van zes en één van vier jaar oud. Die twee kinderen had hij uit zijn huwelijk op zondag 21 mei 1786 te Tilburg met de uit Loon op Zand afkomstige Elisabeth van Oosterhout. Jan Nicolaes van Berkel, de vader van de bruidegom en Andries Jan van Oosterhout, de vader van de bruid, waren daarbij getuigen. Deze Elisabeth van Oosterhoud wordt op zaterdag 1 oktober 1796 te Tilburg begraven. Hoeveel kinderen uit dit eerste huwelijk van Gerard Jan van Berkel geboren zijn is niet precies bekend. Wel staat vast dat er ten tijde van zij huwlijk met Catharina Storimans in ieder geval nog twee kinderen in leven zijn, te weten:

1.	Adrianus van Berkel, gedoopt op maandag 17 januari 1791 te Tilburg; doopgetuige: Maria van Riel;
	Adrianus van Berkel trouwt op 7 juli 1813 te Tilburg met Maria Anna van de Pol en krijgt bij haar acht kinderen;
2.	Antonia van Berkel, gedoopt op woensdag 17 oktober 1792 Tilburg; doopgetuige onbekend.
	Antonia van Berkel trouwt op 29 april 1819 te Tilburg met Johannes van Dijk; uit dit huwelijk worden zeven kinderen geboren.

Het huwelijk tussen Gerard Jan van Berkel en Catharina Storimans eindigt op zaterdag 5 augustus 1809. Dat is de datum waarop Catharina – dan 30 jaar oud en woonachtig te Tilburg (Hasselt nr. 470) – komt te overlijden. Ze wordt diezelfde dag, onder de naam Cathariena Storimans, te Tilburg begraven. In de 12 jaar van haar huwelijk met Gerard Jan van Berkel worden er (ten minste) zes kinderen geboren. Dit zijn:

3.	Joanna van Berkel, gedoopt op dinsdag 9 januari 1798 te Tilburg; doopgetuige: Maria van Berkel;
	Joanna van Berkel trouwt op 9 november 1820 te Tilburg met Wilhelmus Cornelis van Oers, de weduwnaar van de op 20 augustus 1816 overleden Johanna Schalken; Wilhelmus Cornelis bracht uit zijn eerste huwelijk één kind mee; uit het huwelijk met Joanna van Berkel worden zes kinderen geboren;
4.	Cornelis van Berkel, gedoopt op vrijdag 12 juli 1799 te Tilburg; doopgetuige is oma: Gertrudis Maes;
	Cornelis van Berkel trouwt op 11 oktober 1821 te Tilburg met Arnolda Mutsaers en hij krijgt bij haar zes kinderen;
5.	Jacobus van Berkel, gedoopt op vrijdag 24 september 1802 te Tilburg; doopgetuige: Wilhelma van Berkel;
6.	Maria Gerarda van Berkel, gedoopt op zondag 27 mei 1804 te Tilburg; doopgetuige: Maria Pijnenborg;
7.	Antonius van Berkel, gedoopt op donderdag 13 maart 1806 te Tilburg; doopgetuige: Wilhelma Custers;
8.	Joannes Baptista van Berkel, gedoopt op zondag 15 mei 1808 te Tilburg doopgetuigde: Maria van Berkel; overleden op 11 juni 1809; begraven op 12 juni 1809 te Tilburg

Buiten de twee kinderen uit het eerste huwelijk van Gerard Jan van Berkel – zijn er bij het overlijden van Catharina Storimans nog vijf in leven. Francis van der Schoot en Laurens Storimans werden op 15 december 1810 beëdigd als resp. administrateur en toeziend voogd over deze vijf minderjarige kinderen; de vader Gerard Jan van Berkel werd van rechtswege voogd. Francis van der Schoot was de zwager van Gerard Jan van Berkel, namelijk de man van Wilhelma van Berkel, de zus van Gerard Jan van Berkel. Laurens Storimans was de broer van Catharina Storimans. Voor de tweede keer weduwnaar geworden, gaat Gerard Jan van Berkel – hij is dan zelf 48 jaar oud – opnieuw op zoek naar een nieuwe echtgenote die de zorg voor zijn kinderen op zich wil nemen. Hij vindt die in de 26 jarige Arnolda Maaijen met wie hij op 31 december 1810 te Tilburg touwt; Hendrik Maaijen, de vader van de bruid, is daarbij getuige.
De relatie met de familie Storimans blijft na zijn derde huwelijk in tact. Op 22 april 1818 is Gerardus van Berkel althans te Tilburg getuige bij het huwelijk van Nicolaas Storimans en Adriana Colijns. Nicolaas Storimans was de jongste broer van Catharina Storimans en voorheen dus een aangetrouwde zwager van Gerard Jan va Berkel.
Het huwelijk van Gerard Jan van Berkel met Arnolda Maaijen blijft evenmin kinderloos. Er worden uit dit huwelijk nog eens zes – en misschien nog wel meer – kinderen geboren, te weten:

9.	Elisabeth van Berkel, geboren op zaterdag 18 april 1812 te Tilburg;
	Elisabeth van Berkel trouwt op 5 maart 1835 te Tilburg met Mathias Krah; uit dit huwelijk wordt ten minste één kind geboren;
10.	Jacobus van Berkel, geboren op dinsdag 19 juli 1814 te Tilburg;
11.	Hendrikus van Berkel, geboren op maandag 8 april 1816 te Tilburg;
	Henricus van Berkel trouwt op 7 mei 1840 te Tilburg met Henrica Zebregs; uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend
12.	Maria Catharina van Berkel, geboren op maandag 5 april 1819 te Tilburg;
	Maria Catharina van Berkel trouwt op 30 april 1841 te Tilburg met Cornelis Smulders; uit dit huwelijk worden zeven kinderen geboren;
13.	Gerardus (1) van Berkel, geboren op donderdag 12 februari 1824 te Tilburg; overleden op 16 augustus 1824 te Tilburg;
14.	Gerardus (2) van Berkel, geboren op vrijdag 19 augustus 1825 te Tilburg;
	Garardus (2) van Berkel trouwt op 14 augustus 1851 te Tilburg met Adriana Maria Roti; uit dit huwelijk zijn geen kinderen bekend.

Gerard Jan van Berkel overlijdt op maandag 3 oktober 1836 te Tilburg. Hij is dan 74 jaar oud. Zijn weduwe, Arnolda Maaijen, leeft nog 11 jaar en overlijdt op donderdag 23 september 1847 te Tilburg, ca. 63 jaar oud.
Gerard Jan van Berkel en zij kinderen verdienden de kost in de Tilburgse wolindustrie. Zowel bij het huwelijk tussen Gerard Jan van Berkel en Catharina Storimans, als bij zijn huwelijk met Arnolda Maaijen, als bij zijn overlijdensaangifte wordt vermeld dat hij wever was. In de akte van het huwelijk van Adriaan van Berkel, zijn oudste zoon uit zijn eerste huwelijk, met Maria Anna van de Pol, wordt als beroep van de bruidegom opgegeven 'wever en droogscheerder'. Antonia van Berkel, de tweede dochter uit het eerste huwelijk, is bij haar huwelijk dienstmaagd, maar haar echtgenoot, Johannes van Dijk, was wever. Cornelis van Berkel, de oudste zoon uit het tweede huwelijk, blijkt bij zijn huwelijk met Arnolda Mutsaers, wever en dagloner te zijn en zijn bruid is spinster. Johanna van Berkel, de oudste dochter uit het tweede huwelijk, is bij haar huwelijk met Wilhelmus Cornelis van Oers spinster en haar bruidegom is wever. Ook Elisabeth van Berkel, de oudste dochter uit het derde huwelijk, is spinster als zij met Mattias Krah trouwt, die (als uitzondering) eerst koopman en later veldwachter is. Henricus van Berkel, de tweede zoon uit het derde huwelijk, was bij zij huwelijk met Henrica Zebregs droogscheerder. Maria Catharina van Berkel, de tweede dochter uit het derde huwelijk, is lakenpluisster als zij met de dagloner, Cornelis Smulders, in het huwelijk treedt. Ook Adriana Maria Roti, die de echtgenote wordt van de dagloner, Gerardus van Berkel, de jongste zoon uit het derde huwelijk, is bij haar huwelijk lakenpluisster. Het ziet er dus naar uit dat de eerste wolfabrieken die in het begin van de 19e eeuw in Tilburg werde opgericht kennelijk ook als huwelijksmarkt fungeerden.

Het tweede kind uit het huwelijk tussen Cornelius Storimans en Gertrudis Maas is Petrus Storimans. Hij wordt op donderdag 10 januari 1782 te Tilburg gedoopt. Antonia Michielsse staat te boek als getuige in naam van een zekere Joae (Joanna) wier achternaam niet wordt vermeld. De identitieit van deze Joanna is dus moeilijk te achterhalen. Het kan zijn dat daarmee Jenne Mie Maas (Maria Joanna Maas) is bedoeld, een zus van Geertruida Maas. Petrus Storimans blijft maar net een week in leven. Op zaterdag 19 januari 1788 wordt hij als Peeter Cornelis Storimans te Tilburg begraven met de vermelding 'Tilburg (Oost-Heikant); kind. Laat ouders na.

Cornelius Storimans is het derde kind waarvan bekend is dat zijn ouders Cornelius Storimans en Gertrudis Cornelius Maas waren. Dit kind wordt op woensdag 16 juni 1784 te Hilvarenbeek ten doop gehouden. Henricus Cornelius Maas, een broer van Geertrudis Cornelis Maas, en Joanna Wilhelmus Janssens (relatie onbekend) waren de doopgetuigen. Dit kind overleeft de kinderziekten, maar wordt desondanks niet oud. Op maandag 24 juni 1799 wordt hij, één week na zijn 15e verjaardag, onder de naam Cornelis Cornelis Storimans te Tilburg begraven. Hij was 8 jaar oud en werd Cornelis Stoorimans genoemd toen voor hèm en zijn broertje van vierenhalf, Larens Stoorimans, op vrijdag 4 januari 1793 te Hilvarenbeek een borgbrief werd aangevraag met Tilburg als plaats van bestemming. Waarom op dat moment geen borgbrieven zijn aangevraagd voor Catharina, hun oudere zus van 14 jaar oud, en evenmin voor de beide ouders, is niet geheel duidelijk. Mischien is het zo dat die toen al werkzaam waren in een wolfabriek en dat dan een borgbrief niet nodig was. Daarover bestaat echter geen zekerheid; fabrieksarbeiders waren toen in elk geval nog niet verzekerd van een vast inkomen.