INHOUD
VERANTWOORDING
GENEALOGISCH ONDERZOEK
ONTBREKENDE GEGEVENS
INVOERING GREGORIAANSE KALENDER
VOOR- EN ACHTERNAMEN
LEXICON
ZOEKEN IN DE DATABASE (SEARCH THE DATABASE)
VERANTWOORDING
De stamboom van de familie Storimans neemt, op basis van de thans bekende gegevens, een aanvang in de 14e eeuw. In die tijd worden de tot nu toe oudst bekende naamdragers gevonden. De "stamboom", voor periode tot ca. 1500, is echter ten delel speculatief. Wat zeker is, is dat de personen uit de periode tot ca. 1500, wier naam in de stamboom van een hyperlink is voorzien, daadwerkelijk hebben bestaan en woonachtig waren in de streek tussen Tilburg en Den Bosch. Vrijwel zeker is eveneens dat deze personen familie van elkaar waren. De achternaam is namelijk uniek en komt uitsluitend voor in het genoemde deel van Brabant.
Voor zover op de webpagina met betrekking tot de middeleeuwen namen van personen voorkomen die van een hyperlink zijn voorzien, maken deze hyperlinks verbinding met een achterliggende pagina waar de bronteksten staan opgenomen waarin de desbetreffende persoon wordt genoemd. Vanaf Henric Storimans (geboren omstreeks 1480 staat de afstamming tot in de huidige tijd nagenoeg vast. Van alle in de huidige tijd levende Storimansen is het gelukt de familierelatie vast te stellen. De hyperlinks op de pagina's vanaf de genoemde Aart Storimans brengen u naar achterliggende pagina's die, in de vorm van gezinsstaten, alle tot nu toe bekende gegevens bevatten over de naamdragers en hun gezinnen.
De stamboom is samengesteld op basis van een groot aantal bronnen.
De oudste gegevens over de familie Storimans komen voor een belangrijk deel uit het Bosch' Protocol, een verzameling van 621 vuistdikke boeken met allerlei akten uit de periode van 1368 tot 1809, vooral van transport van onroerend goed, cijnzen en pachten, die bewaard wordt in het stadsarchief van 's-Hertogenbosch en die met tussenkomst van de Heemkundekring "De Kleine Meijerij" via internet geraadpleegd kan worden. Ook de website van Stichting Adriaen Snoerman Fonds leverde enkele belangrijke oudere vindplaatsen van de naam Storimans op.
Voor de periode 1600-1800 is daarnaast vooral gebruik gemaakt van de doop-, trouw- en begraafregisters die via internet, met name de website Digitale Bronbewerkingen Nederland en België, benaderd kunnen worden. Daartoe behoren onder meer de bronnen die staan opgenomen in de database van wat thans het Regionaal Archief Tilburg wordt genoemd (voorheen het Regionaal Historisch Centrum Tilburg), het Regionaal Archief West Brabant of het Brabants Historisch Informatie Centrum. Via deze bronnen is het sinds enkele jaren dikwijls ook mogelijk via internet rechtstreeks in de betreffende registers te kijken.
Voor de periode van na 1811 is veel gebruik gemaakt van de vi internet beschikbare gegevens uit de registers van de burgerlijke stand en van de registers die via de website van diverse afzonderlijke gemeenten kunnen worden geraadpleegd.
Andere vindplaatsen zijn bijvoorbeeld Geneanet of de Internet Genealogy Service van de Church of Jesus Christ of Latter-day Saints (de Mormonen in Salt Lake City).

Verder is bij de samenstelling van de stamboom geput uit de door Piet Pijnenburg, Karel van Hest, Frans van Berkel en Wim de Bakker welwillend ter beschikking gestelde gegevens. Deze personen hebben zich recent en in het verleden bezig gehouden met de genealogie van de familie Storimans. Zie bijvoorbeeld het artikel van Wim de Bakker, Kwartierstaat van de eerste burgemeester van Berkel, Enschot en Heukelom, Arnoldus Storimans in: De Kleine Meijerij, jrg. 52 (2001), nr. 1, pag. 20-24. Enkele aanvullende gegevens zijn afkomstig van personen die bij het samenstellen van hun eigen stamboom of bij ander historisch onderzoek de naam Storimans tegen kwamen en die vervolgens via deze website (www.storimans.nl) contact hebben gezocht om gegevens te beschikking te stellen of uit te wisselen of waarmee wij met hetzelfde doel contact hebben gezocht. Dit betreft o.m. Frans van Gorkum, Dick Verbunt, Folkert de Lepper, Jan Barel, de Vereniging Historisch Amstelveen, Ad Bergmans, Kees Kemmeren, Frans van Rijsewijk, Hans Metsaars, Hans Nouwens, John de Nijs, Jos Koot, Klaas van Iersel, Wim Verelst, Bjorn Witlox en Wil Schackmann.
naar boven
GENEALOGISCH ONDERZOEK
Genealogisch onderzoek, d.w.z. onderzoek naar familierelaties tussen personen, staat of valt bij de aanwezigheid van voldoende bronmateriaal dat voor verdere bewerking toegankelijk is gemaakt. Het toegankelijk maken van bronmateriaal geschiedt door personen die de kunst van het lezen van oude handschriften (paleografie) machtig zijn en die dankzij die vaardigheid en hun volharding de oude bronnen met persoonsgegevens voor verdere bewerking ontsluiten. De familie Storimans heeft het geluk afkomstig te zijn uit een gebied met in deze tijd een actieve kring van genealogen en paleografen, die niet alleen verrassend veel bronnen hebben ontsloten, maar ook digitaal toegankelijk hebben gemaakt. Alleen dankzij dat essentiële voorwerk is het mogelijk geweest de diverse eindjes aan elkaar te knopen. Bij dat aan elkaar knopen van de diverse gegevens doen zich allerlei interessante problemen voor, zoals bijvoobeeld met betrekking tot het gebruik van voor- en achternamen. Hieronder wordt op deze problematiek wat verder ingegaan.
naar boven
ONTBREKENDE GEGEVENS
Voor het samenstellen van een stamboom is het niet alleen noodzakelijk dat men kan beschikken over zoveel mogelijk brongegevens. Zeker zo belangrijk is dat de her en der verkregen informatie met elkaar in verband wordt gebracht om zo familierelaties te kunnen achterhalen. Het is - zeker voor wat betreft de oudere bronnen - maar zelden zo dat in dezelfde bron zowel de geboorte- en overlijdensdatum als de namen van de ouders, partner en de kinderen staan vermeld.
Een bijzonder probleem doet zich in de tweede helft van de 17e eeuw voor in relatie tot de overlijdensgegevens. In die tijd waarde in het woongebied van de Storimansen de 'zwarte dood' rond, d.w.z. dat er de pest heerste. Het aantal slachtoffers van deze gevreesde ziekte was toen zo groot dat men bij het begraven geen namen meer noteerde, maar alleen aantallen. Om een indruk te geven van wat dat voor een betrekkelijk kleine stad als Tilburg betekende volgt hieronder een citaat uit de begraaflijst van de officieel toegelaten kerk in die tijd, namelijk de Nederduits-Gereformeerde Gemeente:
[juli 1666] In deze maand zijn er geweest 11 oude en 18 kinderen en van de pest 19 oude en 18 kinderen tesamen 66 doden.
[augustus 1666] In deze maand 11 oude en 12 kinderen en van de pest 29 oude en 7 kinderen, tesamen 50 doden.
[september 1666] In deze maand zijn er geweest 18 oudere en 21 kinderen en van de pest 4 oudere en 5 kinderen, tesamen 48 doden.
[oktober 1666] In deze maand zijn er geweest 15 oudere en 11 kinderen en van de pest 6. Tesamen 32 doden.
[november 1666] In deze maand zijn er geweest 10 oude en 9 kinderen en aan de pest 12 maken tesamen 31 doden.
[december 1666] In deze maand 7 oude, 11 kinderen en aan de pest 3, maken tesamen 21 doden.
[januari 1667] In deze maand 20 oude en 19 kinderen geweest, tesamen 39 doden.
[februari 1667] In deze maand 8 oude en 15 kinderen, waaronder een aan de pest. Tesamen 23 doden.
[maart 1667] In deze maand zijn er geweest 11 oude 23 kinderen onder de welke er 7 aan de pest zijn gestorven, Tesamen 34 doden.
[april 1667] In deze maand zijn er 13 oude, 9 kinderen en 4 aan de pest begraven, tesamen 26 doden.
[mei 1667] In deze maand, 16 oude en 14 kinderen
[juni 1667] In deze maand 18 oude, 10 kinderen en 5 pest. Tesamen 33 doden.
Ook nadien zorgen besmettelijke ziekten soms voor een hoog sterftecijfer. Aan het einde van het jaar 1781 staat in het begraafboek van de Nederduits-Gereformeerde Gemeente van Oisterwijk vermeld: "NB In dit jaar zijn 143 persoonen begraven ter oorzaak van de Loopziekte". (Loopziekte is typhus). Dat is 230% van het in de jaren daarvoor en daarna voor Oisterwijk gebruikelijke sterftecijfer van rond de 60 personen per jaar.
naar boven
INVOERING GREGORIAANSE KALENDER
In 1582 voerde paus Gregorius XIII de naar hem genoemde kalender in. Dit ter vervanging van de Juliaanse kalender die in die tijd 10 dagen uit de pas was komen te lopen met de werkelijke rondgang om de zon. De Juliaanse kalender ging namelijk uit van een jaar van 365,25 dagen, terwijl dat in werkelijkheid ca. 365,2422 dagen is. Om verder uit de pas lopen te voorkomen werd niet langer in elk door vier deelbaar jaar een schrikkeldag ingevoerd. Eeuwjaren die niet door 400 deelbaar zijn werden daarvan uitgezonderd.
De feitelijk correctie in 1582 hield in dat er in de kalender van dat jaar 10 dagen werden overslagen. In Italië en Spanje werd 4 oktober 1582 gevolgd door 15 oktober 1582. De Gregoriaanse kalender is vervolgens in Europa en elders op heel verschillende tijdstippen ingevoerd; soms zelfs eeuwen later. De Staten-Generaal van de Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden, alsmede Brabant en Zeeland lieten 15 tot en met 24 december 1582 vervallen; Holland: 2 tot en met 11 januari 1583; Gelderland 1 tot en met 11 juli 1700; Utrecht en Overijssel 1 december tot en met 11 december 1700; Groningen: eerst 11 tot en met 20 februari 1583, in 1594 werd dit weer teruggedraaid (19 tot en met 10 november 1994 werden twee keer geteld) en in daarna definitief door, tegelijk met Friesland, 1 tot en met 11 januari 1700 over te slaan. Drenthe sloeg 1 mei tot en met 11 mei 1701 over. Limburg was rond 1852 geen provincie zoals nu; voor de meester gebieden in Limburg werd 22 tot en met 31 december 1582 overgeslagen.
De in de database van de familie Storimans opgenomen weekdagen bij een geboorte- of overlijdensdatum zijn berekend op basis van de invoering van de Gregoriaanse kalender in Brabant en Zeeland, dus de kalender waarin 14 december 1582 werd gevolgd door 25 december 1582.
Een in deze database gevonden weekdag kan voor datums gelegen tussen december 1582 en juni 1701 niet zonder meer worden overgenomen bij geboorten of overlijden in andere provincies dan Brabant of Zeeland. Dat geldt evenzeer voor plaatsen buiten Nederland. Zo voerde bijvoorbeeld Engeland (inclusief Washington en de oosterlijke Staten van de VS) de Gregoriaanse kalender pas in 1752 in door in dat jaar 3 tot en met 13 september over te slaan.
VOOR- EN ACHTERNAMEN
In de periode tot aan de invoering van de burgerlijke stand (begin 19e eeuw) rommelde men maar wat aan met voornamen en achternamen. Een kind kreeg van zijn ouders een voornaam en dat was het dan zo'n beetje. Als dat een in de directie woonomgeving niet verder voorkomende voornaam was dan bleef het bij die ene voornaam. In veel gevallen was alleen de roepnaam echter niet voldoende, zeker niet als het kind van zijn ouders een veel voorkomende roepnaam als Jan of Marie had meegekregen en al helemaal niet als het kind dezelfde roepnaam had als die van zijn vader of van haar moeder.
De zoon van Aert en Marie die van zijn ouders de naam van zijn vader meekreeg zal in de volksmond wel als Aert Aertzoon of Aert Aerts of Aert Aertsen of Aert Arnout of Aert Arnoutzoon of Aert Arnouts of Aert Arnoutsen door het leven zijn gegaan.
De dochter van Aert en Marie die als roepnaam ook Marie meekreeg zal wel als Marie Aerdt(dochter) of Marie Mariet (= Mariedochter) door het leven zijn gegaan.

Juist in verband met de identificatie was het in vroeger tijd gebruikelijk om in min of meer officiële stukken de roepnaam aan te vullen met een andere aanduiding die ervoor moest zorgen dat er geen verwarring kon ontstaan. Dat is de reden waarom de bovengenoemde Aert Aerts of Marie Aerdt ook als zodanig in een cijnsboek, een contract, een verpondingsregister, als gettuige bij een doop of huwelijk, bij het aanvragen van een borgbrief, in het register van voogdijtoewijzingen etc. etc. geboekstaafd zou kunnen worden. Dus zonder 'achternaam', want die ontbrak simpelweg.

In heel veel gevallen was echter alleen de toevoeging van een vaders- of moedernaam in zulke min of meer officiële stukken nog niet voldoende. In die gevallen maakte men ter indentificatie gebruik van nog een andere aanduiding. Als het mensen waren die nog geen 'achternaam' hadden dan verzon met ter plekke een nadere aanduiding die verwarring met andere naamdragers kon voorkomen. Aert Aerts werd dan bij voorbeeld in de stukken opgenomen als Aert Aerts Antony omdat zijn opa Antony heette of hij werd Aert Aerts van Irssel genoemd omdat vader Aert voorheen in het dorpje Eersel had gewoond of hij werd Aert Aerts Temmermans genoemd omdat zijn vader de dorpstimmerman was en er in het dorp geen tweede timmerman met de voornaam Aert woonde.
Bij kinderen uit gezinnen die in voorbije jaren op diezelfde wijze al een 'achternaam' (of beter een nadere aanduiding ter indentificatie) bezaten was het wat eenvoudiger die werden dan verder met die 'achternaam' aangeduid, dus bijvoorbeeld Aert Aert Storimans, omdat (groot)vader ook al Storimans werd genoemd.

Bij meisjes, vrouwen en echtgenotes ging het allemaal nog iets ingewikkelder. Die konden als nadere aanduiding de naam van de (groot)vader, van de (groot)moeder of van de echtgenoot meekrijgen. Dat laatste is ook nu nog heel gebruikelijk. De echtgenote van meneer Jansen gaat in veel gevallen door het leven als mevrouw Jansen en alleen in meer officiële stukken wordt haar achternaam aangevuld met haar 'meisjesnaam'.

Bij één instantie, namelijk de kerk en dan met name bij inschrijvingen in het doopregister, ging het allemaal nog een beetje anders. Omdat Latijn de communicatietaal in de kerk was, maakte de kerk ter identificatie gebruik van latijnse voornamen en dat waren dan vooral namen van heiligen. Als in het bovengenoemde voorbeeld Aert en Marie hun zoon Aert lieten dopen dan werd de dopeling in het doopregister opgetekend als bijvoorbeels 'Arnoldus Arnoldi' of als Arnoldus, zoon van Arnoldus.

Degene die het doopregister bijhield was ook degene die bepaalde welke Latijnse voornaam iemand kreeg. Als de ouders bij de doop zeiden: "Beste meneer pastoor dit is onze boreling en we noemen hem Aert", dan zei de pastoor: "U heeft dus een zoon die we als Arnoldus zullen inschrijven.", maar hij zou net zo goed onder een andere Latijnse naam kunnen worden ingeschreven. Bij in vroeger tijd gebruikelijke voornamen waarvan niet zonder meer duidelijk was welke heiligenaam daarbij pastte liet de pastoor soms zijn fantasie de vrije loop. Wouter werd Walterus of Waltherus, Jasper werd Jasparus of Gisparus, Willem werd Wilhelmus of Guilielmus, Heier werd Heilwigus of Hedwigus en de vrouwelijke vorm Heiltje werd Helena of Hedwigis of welke andere variant dan ook.

Wanneer de pastoor of koster van mening was dat een enkele Latijnse voornaam niet specifiek genoeg was omdat er in die parochie al meer mensen met die naam rondliepen dan werd ook de verlatijnse naam van de vader of opa erbij genoemd, bijvoorbeeld: Arnoldus Arnoldi Antonius. In situaties waarin er geen verwarring kon ontstaan kon dat kind ook als Arnoldus Antonii in het doopboek terecht komen.
Tegenwoordig gaat het andersom. Je geeft een kind bij de burgelijke stand een (voor)naam mee en de eigenlijke roepnaam wordt daar (al dan niet) van afgeleid.

Stonden er in het doopboek al andere dopelingen met bijvoorbeeld de naam Arnoldus Arnoldi of Arnoldus, zoon van Arnoldus, dan werd op dezelfde wijze als hierboven aangegeven ook nog een andere al dan niet Latijnse nadere aanduiding toegevoegd. In ons voorbeeld dus: Arnoldus Arnoldi Storimans of Arnoldus, zoon van Arnoldus Storimans.

Het zijn vooral deze doopboeken geweest die uiteindelijk bij de invoering van de burgerlijke stand de officiële 'achternamen' hebben opgeleverd. Voordien had men een roepnaam samen met ofwel in het geheel geen achternaam ofwel als nadere aanduiding een vadersnaam (patroniem), een moedersnaam (matroniem), een vaders- of moedersnaam samen met een aanduiding van de plaats van herkomst (loconiem of toponiem), een vaders- of moedersnaam samen met een eerder ontstane nadere aanduiding, zoals Storimans, Stoorimans, Stoormans, Storeman, etc. etc. of een roepnaam samen met de naam van de echtgenoot (androniem).

De lering die uit al het bovenstaande getrokken kan worden is dat men in de periode vóór 1800 bij mannen die in de stukken twee of meer (voor)namen hebben, er doorgaans van mag uitgaan dat de tweede (voor)naam de voornaam of roepnaam van de vader of de grootvader is. Dat is te meer aannemelijk als die tweede naam een genitief is, d.w.z. eindigt met een verbuigings-'s' of in het Latiijn bij mansnamen eindigt op "i" of "is", dus Aert Aerts of Aert Antoni.

Het gebruik van 'achternamen' duidt erop dat de betreffende voornaam of naam + patroniem in het desbetreffende dorp niet uniek is.

Als bij vrouwen een tweede of derde (voor)naam wordt gebruikt, dan is dat zeer waarschijnlijk een patroniem of androniem als die tweede of derde (voornaam) een mansnaam is. Bij androniemen heeft die mansnaam dan als uitgang niet een enkele genitief-"s" maar de vrouwelijke vorm daarvan "se". Adriana Aertse is dus dikwijls niet Adriana de dochter van Aert, maar Adriana de vrouw van Aert.
De nadere aanduiding (achternaam) die bij vrouwen wordt gebruikt is doorgaans die van de (groot)vader, maar bij gehuwde vrouwen of weduwen is het dikwijks de loconiem of de achternaam van de echtgenoot of vroegere echtgenoot.

In de stamboom van de familie Storimans wordt voor degenen die 'naamdrager' zijn alleen de voornaam, al dan niet samen met de vadersnaam (patroniem), vermeld.
De achternaam wordt in de diverse bronnen op zeer veel verschillende manieren gespeld. Dat komt omdat de diverse acten in vroeger tijd altijd 'op het gehoor' werden opgesteld. Tot nu toe zijn 19 verschillende varianten aangetroffen: Stoormans, Stoirmans, Stoorimans, Stooriemans, Stooremans, Storiemans, Storijmans, Storymans, Stoymans, Storemans, Stolemans, Stormans, Storremans, Steurremans, Storrimans, Stuermans, Storiman, Torimans en Storimans. Daarbij is het mogelijk dat de achternaam van dezelfde persoon in de diverse documenten of zelfs binnen een en hetzelfde register steeds anders wordt gespeld. De kroon spant hierbij Jacoba, de in de eerste helft van de 18e eeuw levende echtgenote van Joannes (Jois of Joes) Maes; dit echtpaar kreeg elf kinderen en bij de inschrijving van de dopen van hun kinderen kwam de achternaam van de moeder op acht verschillende manieren in het doopboek terecht. Dat de spelling zeer sterk kan wisselen geldt overigens ook voor de voornamen. Bij dit alles is de meest voorkomende spelling van de achternaam echter: Storimans. Op elke vier vermeldingen zijn er drie waarbij de schrijfwijze Storimans is. Deze schrijfwijze is vanaf ca. 1800 overheersend.
naar boven
LEXICON
Hieronder worden enkele begrippen die u bij het lezen van de genealogische gegevens zult kunnen tegenkomen kort toegelicht.
androniem tweede naam (achternaam) die verwijst naar de (voor)naam van de echtgenoot. Zo is de naam 'Janse' in de combinatie 'Jenneke Janse' een androniem als Jan de echtgenoot is van Jenneke.
Bamis Baafmis; kerkdienst op de feestdag van Sint Bavo op 1 oktober, het begin van het kerkelijk jaar en in de middeleeuwen tegelijkertijd het begin van de ambtsperiode van functionarissen, zoals schouten
beemd weiland
borgbrief een verklaring van borstelling afgegeven door een 'armenkas' uit de oorspronkelijke woongemeente die men bij verhuizing naar een andere gemeente nodig had, zodat men - als men in de nieuwe woongemeente ondersteuning nodig had - niet ten laste zou komen van de 'armenkas' van de nieuwe woongemeente. Instellingen (armenkassen) die borgbrieven verstrekten waren: de Tafel van de H. Geest of H. Geesttafel (in o.a. Enschot, Moergestel, Udenhout) of (de armmeester van) het Corpus (in o.a. Tilburg, Oisterwijk, Oirschot, Loon op Zand). Vanaf 1800 wordt niet meer de term 'borgbrief' gebruikt, maar de term 'verklaring van indemniteit' of 'akte van indenmiteit'. Die verklaringen of akten werden dan veelal afgegeven of opgesteld door de rechtbank.
botdrager of buddreger benaming van een zilveren muntstuk ter waarde van 8 duiten of 2 groot, dan wel 1 stuiver
bunder oppervlaktemaat van 100 vierkanten roeden of anderhalve morgen; vanaf 1810 de officiele benaming van wat in 1937 hectare is gaan heten
cijns
cijnsboek
(erfcijns)
cijns is een verouderd woord voor belasting en het cijnsboek is het boek waarin de verschuldigde en betaalde belastingen werden aangetekend;
cijns kan tevens de benaming zijn van een rechtsfiguur die vergelijkbaar is met erfpacht, ook erfcijns genoemd.
Corpus benaming voor het dorpsbestuur dat bestond uit de drossaard, de schepenen, een of meer burgemeesters, een armmeester, een kerkmeester en een of meer belastingzetters; zie ook bij 'borgbrief'.
drossaard of drost rechterlijk ambtenaar; het meest vergelijkbaar met officier van justitie of politiechef
duim lengtemaat; vóór 1810 een eenheid van ca. 2,5 cm, nadien officieel de benaming van wat in 1937 'centimeter' is gaan heten, ofschoon in het dagelijks gebruik de duim dikwijls toch nog voor 2,5 cm doorging
duit muntstuk van een 1/8 stuiver
el lengtemaat; vóór 1810 een eenheid van ca. 69 cm, nadien officieel de benaming van wat in 1937 'meter' is gaan heten, ofschoon in het dagelijks gebruik de el dikwijls toch nog voor 69 cm doorging
H. Geesttafel armbestuur van een parochie (veelal) onder voorzitterschap van de pastoor; zie bij 'borgbrief'
gemaal dit is niet alleen een verouderd woord voor 'echtgenoot' maar ook voor een soort belasting die een molenaar moest betalen voor het meel dat hij bij het malen had geproduceerd. Later is de term 'gemaal' in gebruik gekomen als algemene aanduiding van een 'productbelasting', vooral bij producten uit de agrarische sector. Het was in die tijd ook mogelijk deze 'productbelasting' te laten vervangen door een vast bedrag. Als dat gebeurde werd van die persoon een 'hoofdgeld in plaats van gemaal' geheven.
genealogie de studie van het opsporen en vaststellen van afstamming en verwantschap van personen en families
graft gracht
groes gras(land)
groot benaming van een muntstuk van een halve stuiver
heimen van een omheining voorzien
heul of hool een (stenen) brug over een gracht ook wel de watergoot waarover de burg is aangelegd
hoofdgeld personele belasting; zie ook bij 'gemaal'
indemniteit zie bij 'borgbrief'
keldermond een luik aan de straat waardoor vaten en andere goederen in of uit een kelder kunnen worden in- of uitgeladen
Lichtmis kerkelijke feestdag ter ere van Maria die op 2 februari wordt gevierd; dikwijls ook de datum waarop verschuldigde sommen geld moesten worden voldaan of goederen worden geleverd
loconiem tweede naam (achternaam) die verwijst naar de woonplaats van herkomst of naar een ander geografisch gegeven. Een achternaam die met 'van' begint is doorgaans een loconiem. Dus personen met als 'achternaam' Van Beers, Van den Bosch, Van Eijndhoven, Van Esch, Van Iersel, Van Gestel, Van Gool, Van Loon, etc. etc. zijn personen die zelf of waarvan de vader of een voorvader afkomstig was uit Beers, 's-Hertogenbosch, Eindhoven, Eersel, Esch, (Moer)gestel, Goirle, Loon (op Zand), etc. etc. Op dezelfde wijze Van de(r) Ven, van der Weide, van der Heide, van Vliet, van der Meer, van der Plas etc. etc. Loconiemen die verwijzen naar namen van steden of dorpen worden ook wel toponiemen genoemd.
het Lof kerkelijke plechtigheid, gehouden in de namiddag of avond, waarbij liederen worden gezongen en die wordt afgesloten met een zegening met het H. Sacrament
lope of lup
lopense of loopzaad
een lope (of in het Brabants lup) is een maateenheid voor o.a. rogge, namelijk zo veel als in een 'loop' gedragen kan worden; een lopense of een loopzaad is een inhoudsmaat ter grootte van een vierde gedeelte van een zak en het is tevens een oppervlaktemaat voor land, namelijk zoveel als met een loopzaad bezaaid kan worden; afhankelijke van tijd en plaats was dat een oppervlakte van 50 of 30 roede, ca. 700 m2 of 420 m2
matroniem tweede naam (achternaam) die verwijst naar de (voor)naam van de moeder. Doorgaans alleen gebruikelijk in situaties waarin de vader onbekend is
metoniem tweede naam (achternaam) die iets zegt over een bepaalde hoedanigheid van een persoon: de Lange, den Oude, Schoenmakers, de Smid, Timmermans, de Lepper (schoenlapper), etc.
momber, momboir of momboor dit is een verouderd woord voor 'voogd'. Na het overlijden van een van de ouders kreeg het kind een momboir en een 'toesiender' toegewezen.
morgen oppervlaktemaat, zoveel als op een morgen bezaaid kan worden, ca. 2/3 hectare
naderschap recht van naderschap, hetzelfde als 'vernaasting' of 'vernadering', namelijk het recht op terugkoop van een verkochte zaak
paleografie
paleograaf
studie van oude handschriften; een paleograaf is iemand die zich bekwaamd heeft in het lezen van oude handschriften
patroniem tweede naam (achternaam) die verwijst naar de (voor)naam van de (groot)vader. De combinatie Arnoldus Antonius of Aert Antoni duidt erop dat de vader van Arnoldus/Aert als voornaam Antonius had. In plaats van Antonius of Antoni zou er ook kunnen staan Teun of Teunis of Teunissen of Tonis etc.
roede lengtemaat van ca. 3 1/2 meter ook gebruikt als oppervlaktemaat van ca. 14 m2; van 1810 tot 1937 de oficiële benaming van de lengtemaat van 10 meter
schelling naam van een oude (zilveren) munt ter waarde van 6 stuivers; nog herkenbaar in het woord shilling
schepen/
schepenen
de naam voor een functionaris belast met bestuurstaken in een dorp (gemeente), het best vergelijkbaar met wethouder
schop behalve in de betekenis van 'schep' ook in de betekenis van 'schuur' of loods voor het opbergen van gereedschap, karren e.d.; "een huis met schop"
teulland akker, bouwland ; land bestemd om er gewassen op te telen of te verbouwen.
tocht een term uit het vroegere erfrecht vergelijkbaar met 'vruchtgebruik'. Men kon bij testament bepalen dat de langstlevende echtgenoot na het overlijden van de partner de 'tocht' bleef behouden. Andersom kon men ook 'afstand doen van tocht'.
toesiender zie bij momber/momboir/momboor
toponiem zie loconiem
vernadering het recht op het terugkopen van een bepaalde zaak
vertijen
vertijgen
het afstand doen van het recht op een erfdeel of van een ander recht
verponding
verpondingskohier
een belasting vergelijkbaar met de huidige onroerend zaakbelasting, geheven bij personen die landerijen en huizen in eigendom hadden. Het kohier was het boek waarin de geheven en betaalde belastingen stonden aangetekend
wilner of wileneer hetzelfde als wijlen, dus: eertijds, voorheen of "overleden"
zetting de vaststelling van een bedrag; de 'peronele zetting' is de belastingaanslag geheven op een persoon
naar boven
ZOEKEN IN DE DATABASE
Als uw familie afkomstig is uit het gebied tussen Tilburg en Den Bosch of uit de directe omgeving van Tilburg dan heeft u kans dat de database van de famile Storimans gegevens over uw voorouders bevat. Met gebruikmaking van de zoekfunctie kunt u in de datbase zoeken. Voor aanvullingen of vragen kan contact worden opgenomen met de webmaster.

(If your familily originates from Tilburg or from its neighbouring villages, the database of the Storimans famility may contain information about your ancestors. Search in the database of the Storimans family. If you have supplementory information or specific questions, please, contact the webmaster.)
naar boven
met speciale dank aan Johnie Storimans, Bert Storimans, Frank Storimans

Theo Storimans,
Zeist, 23 feb. 2002
Updated on Feb., 27, 2008 by Th. Storimans. Thanks to Folkert De Lepper for his comments. Last updated on Feb., 26, 2017 by Th. Storimans.

Naar de Inhoudsopgave
Naar de pagina met de stamboom
Naar de geschiedenis