Gezinsstaat van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans
(zie ook de toelichting)

Arnoldus Arnoldus Aert Storimans
geboren op 24-12-1761 te Enschot;
zoon van Arnoldus Aert Storimans en Joanna Maria Robben
overleden op 29-5-1841 te Enschot
Arnoldus Arnoldus Aert Storimans trouwde op 19-11-1784 met Cornelia van der Heijden;
geboren te Tilburg op 21-9-1761, dochter van Jan van der Heijden en Joanna Schenkers;
Cornelia van der Heijden overleed op 1-10-832 te Enschot
Uit dit huwelijk:
1. Arnoldus Cornelis Storimans, geboren te Enschot op 29-11-1797,
overleden te Enschot op 14-09-1798.
Arnoldus Storimans werd op donderdag 24 december 1761 te Enschot geboren als zoon van Arnoldus Aert Storimans en diens tweede echtgenote, Joanna Maria Robben ook wel Jenneke Jan Robben. Hij is op dezelfde dag aldaar RK gedoopt. De doopgetuigen waren: Adrianus Peter Verhoeven en Petronella Storimans. Adriaan Peter Verhoeven was de man van Anna Aert Simons. Omdat Arnoldus Aert Storimans, na het overlijden van Joanna Maria Robben, in 1767 hertrouwt met Aldegonda Aert Simons, zou het zo kunnen zijn dat Arnoldus Aert Storimans diens derde echtgenote heeft leren kennen via Adriaan Peter Verhoeven, maar dat kan niet de reden zijn waarom Adriaan Peter Verhoeven al in 1761 de peetvader werd van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans. De relatie met Pettronella Storimans biedt minder reden tot speculatie. Zij was de zus van Arnoldus Aert Storimans en dus een tante van de dopeling.

Op 19 november 1784 treedt Armoldus Arnoldus Aert Storimans in het huwelijk met Cornelia van der Heijden. De getuigen bij dit huwelijk waren de vader van de bruidegom, Arnoldo Storimans, en de moeder van de bruid, Johanna van der Heijden. Cornelia van der Heyden werd op 21 september 1761 te Tilburg geboren als dochter van Jan van der Heijden en Joanna Schenkers. Ze overleed op 1 oktober 1832 op 71 jarige leeftijd te Enschot.
Cornelia van der Heijden zien we op donderdag 4 oktober 1781 te Berkel-Enschot – dus nog ruim vóór haar huiwelijk met Arnoldus Arnoldus Aert Storimans – al als doopgetuige optreden bij de doop van Joanna Cornelia Storimans, een dochter (het 14e kind) van haar latere schoonvader, Arnoldus Storimans en diens derde echtgenote, Aldegunda Simons.
Op dinsdag 24 oktober 1786 is zij te Tilburg getuige bij de doop van Cornelius Cools , een zoon van Cornelius Cools en Cornelia Robben. Cornelia Robben zal waarschijnlijk in verband moeten worden gebracht met Joanna Maria Robben, de (overleden) schoonmoeder van Cornelia van der Heijden.
Cornelia van der Hijden was ook de peettante van Anna Maria Storimans, de op 8 december 1790 te Enschot gedoopte dochter van Joannes Storimans (de broer van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans) en Adilia Andreas van den Bosch. Op 23 mei 1797 werd zij eveneens de peettante van Arnoldus Cornelis Storimans, eveneenseen kind van Joannes Storimans en Adilia Andreas van den Bosch.
Ten slotte vinden we op 24 mei 1812 de vermelding dat op die datum een Cornelia van der Heijden te Berkel-Enschot als getuige optrad bij het huwelijk van Maria Storimans en Wouter Wouters. Deze Maria Storimans was een jongere zus van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans. Cornelia van der Heijden was dus haar schoonzus.

Arnoldus Storimans is de bekendste Storimans uit de 19de eeuw. Zijn bekendheid dankt hij aan de openbare functies die hij in zijn leven heeft bekleed. Zo was hij gedurende een lange reeks van jaren burgemeester en gemeentesecretaris van zijn geboorteplaats Enschot en later, toen 'Enschot, Berkel en Heukelom' tot één bestuurlijke eenheid werden samengevoegd, 'maire' (burgemeester) van die gemeente. Inmiddels maakt Berkel-Enschot deel uit van de gemeente Tilburg. Op de website van het gemeentearchief van Tilburg staat een samenvatting van het boek dat dr. Ad van den Oord en drs. Wil van Oosterhout hebben geschreven over de geschiedenis van Berkel, Enschot en Heukelom. Dit boek heet: 'Berkel-Enschot-Heukelom, drie zielen en één bestuurlijk hart' (Berkel-Enschot, 1996) (copyright). Uit die samenvatting de volgende passage over Arnoldus Storimans (http://stadsmuseum.tilburg.nl/hisbke/eenhart.htm):

Maire Arnoldus Storimans

Bij keizerlijk decreet van 14 mei 1810 legde Napoleon de bestuurlijke inrichting van een groot deel van het tegenwoordige Noord-Brabant vast. In dat decreet werden Berkel, Enschot en Heukelom weliswaar nog apart genoemd, maar op 19 juli 1810 toog Arnoldus Storimans naar Den Bosch om beëdigd te worden als `maire de Enschot, Berkel et Heuclum'.

Storimans was gedoopt te Enschot op 24 december 1761 en huwde in 1784 met Cornelia van der Heijden. Als zoon van een Enschotse landbouwer en herbergier sloot hij zich aan bij de patriotten. De ideeën van de Franse revolutie kregen ook in Nederland de overhand en Storimans vervulde belangrijke politieke functies. Toen de Fransen in 1810 Brabant inlijfden werd Storimans dus maire (burgemeester). Maar ook na het vertrek van de Fransen bleef hij de belangrijkste bestuurder van Berkel-Enschot. In 1814 was Storimans niet alleen logementhouder en burgemeester maar ook gemeentesecretaris, voor welke laatste functie hij 150 gulden per jaar ontving. Tot 1825 bleef hij onafgebroken eerste burger van Berkel-Enschot. Storimans stierf als weduwnaar en zonder kinderen op 28 mei 1841 in Enschot.
Het Franse bestuur had Enschot, Heukelom en de `chef-lieu' (hoofdplaats) Berkel in 1810 nog slechts voorlopig verenigd. Op 3 mei 1811 riep prefect N. Fremin de Beaumont Jan Joh. Vugs en Peter Henri Reynen op om op 1 juni 1811 bij hem in Den Bosch te verschijnen. Zij werden toen benoemd tot 'maire' van respectievelijk Berkel en Heukelom. De prefect oordeelde namelijk dat de vereniging van de dorpen in strijd was gebleken met de belangen van ieder dorp tijdens de afwikkeling van hun schulden. De benoemde maires zouden per 1 juni reeds de administratieve en openbare orde taken uitoefenen, de financiële taken pas per 1 januari 1812. Maar uit de akten van geboorte, huwelijk en overlijden blijkt dat Storimans de administratieve bevoegdheden gedurende het gehele jaar 1811 en daarna bleef uitoefenen. Ook de prefect correspondeerde in die periode met slechts één maire van Berkel, Enschot en Heukelom, te weten Storimans. Vugs en Reijnen oefenden hun functies dus blijkbaar niet uit. Jan Vugs werd in 1812 wel de `adjoint' (adjunct) van maire Storimans. Ook bestond er in 1812 één gemeenteraad voor Berkel, Enschot en Heukelom. Van opdeling der pas gevormde gemeente werd niets meer vernomen.
Na de Franse tijd mocht de oude patriot Storimans als een van zijn eerste daden in het Koninkrijk der Nederlanden acht gulden, veertien stuivers en acht penningen uitgeven voor het maken van een ereboog en verteringen door de landstorm bij gelegenheid van het passeren van de Souvereine Vorst. Dit zal op 2 oktober 1814 zijn geweest toen koning Willem I op zijn doorreis naar Het Loo de gemeente passeerde.

Een Enschots burgemeester met Berkels bloed

Op 1 mei 1825 gaf Arnoldus Storimans het burgemeestersambt over aan Jan Vugs, die in 1788 te Berkel geboren was als zoon van Johannes Vugs en Maria de Rooij. Vugs trouwde in 1813 met de Enschotse Johanna Storimans (geboren 1788), dochter van Joannes Storimans, een broer van de burgemeester. Daardoor zal Vugs in Enschot zijn gaan wonen, waar hij net als zijn schoonvader herbergier en landbouwer werd. Voor het burgemeestersambt bestond in die jaren op het platteland weinig animo vanwege de bijzonder slechte vergoeding. Meer dan een bijbaantje was het niet, ook niet in de ogen van de bestuurders zelf. Vugs kreeg dan ook zonder problemen van de gouverneur dispensatie van zijn burgemeesterstaken wanneer zijn hoofdberoep van tapper dat noodzakelijk maakte. Hij ontving in 1835 als burgemeester slechts honderd gulden per jaar; voor de ook door hem uitgeoefende functie van gemeentesecretaris kreeg hij negentig gulden. Ter vergelijking: de veldwachter kreeg in datzelfde jaar 150 gulden.

Van Arnoldus Storimans is voorts bekend dat hij lid was van de St. Ioris & St. Bastiaans Gilden van Enschot en Heukelom. In 1820 was hij Koningsschutter van deze (gefuseerde) gilden. Er is nog een zilveren koningsschild bewaard gebleven waarop St. Joris met de draak; boer achter ploeg met twee paarden; merken: leeuwtje 2. Omdat het schild aan boven- en onderzijde is gesnoeid, zijn de andere merken verdwenen.
(Bron: www.do.nl/heemkunde/Bronnen/gilde/enschot%20sint%20joris%20en%20sint%20sebastiaan.htm)

Arnoldus woonde te Enschot toen hij aldaar op zaterdag 29 mei 1841 om 10.30 uur overleed (acte nr.7). De getuigen bij het overlijden waren: Jacobus Verhoeven en Johannes Smulders. Op dinsdag 1 juni 1841 werd Arnoldus te Enschot begraven. Hij was bij zijn overlijden 79 jaar en 156 dagen oud.

Op woensdag 29 november 1797 wordt te Enschot Arnoldus Cornelius Storimans gedoopt als zoon van Arnoldus Storimans en Cornelia van der Heijden. Aldegondis Aert Simons is daarbij de doopgetuige. Deze Aldegondis Aert Simons is de derde vrouw van Arnoldus Aert Storimans, de vader van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans. Aldegonis Simons was dus diens stiefmoeder en dus de (stief)oma van de dopeling. Vermeldenswaard is dat een half jaar eerder (op 23 mei 1797) te Enschot een andere Arnoldus Cornelius Storimans ten doop werd gehouden. Dat was het zevende kind van Joannes Storimans, de een jaar oudere broer van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans, uit diens huwelijk met Deliana van den Bosch. Cornelia van der Heijden was bij die gelegenheid de doopgetuige van die andere Arnoldus Cornelius Storimans. Zij was dat in naam van Cornelia van den Bosch, de zus van Deliana van den Bosch.
Arnoldus Cornelius Storimans, de zoon van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans en Cornelia van der Heijden was – in tegenstelling tot zijn een half jaar eerder geboren naamgenoot – geen lang leven beschoren. Op maandag 24 september 1798 wordt althans in het doodboek 1784-1811 van de pastorie van de H. Caecilia te Enschot de begrafenis aangetekend van een Arnoldus Cornelius Storimans met de vermelding "kind". In de database worden als ouders opgegeven Arnoldus Storimans en Aldegunda Sijmons. Dat moet echter op een vergissing berusten, aangezien uit het huwelijk tussen Arnoldus Aert Storimans (de vader van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans) en Aldegunda Simons geen kind bekend is met de naam Arnoldus Cornelius. Het laatst geboren kind uit dat huwelijk werd in 1781 ten doop gehouden. Een verklaring zou kunnen zijn dat Aldegonda Simons, als (stief)oma van Arnoldus Cornelius Storimans, gezorgd heeft voor de begrafenis van haar petekind. Het is hoe dan ook erg onwaarschijnlijk dat Aldegonda Simons in 1798 (in dat jaar was zij al 14 jaar weduwe en moet zij ca. 60 jaar oud zijn geweest) nog een eigen kind ten grave heeft gedragen. Van Arnoldus Arnoldus Aert Storimans, de burgemeester van Enschot, en zijn echtgenote Cornelia van der Heijden is bovendien bekend dat zij kinderloos door het leven gingen; het verlies van een eigen kind van net 10 maanden oud maakt dat niet anders.
Last Updated on May, 13, 2004 by Th. Storimans
Terug naar de vorige pagina